Het parcours van een soldaat in WO1 traceren start bij het militair dossier in het Legermuseum. Hoewel we in het verleden een copie (van de copie die in het Flanders Fields Museum rust) konden bemachtigen en foto’s kregen via Legermuseum-medewerker Jan Vander Fraenen leek het niet oninteressant om de stukken toch nog eens persoonlijk onder ogen te nemen. Sandrine Smets, een kunsthistorica in het Legermuseum, gespecialiseerd in de ‘Section Artistique’, stond me bij in het opzoekwerk. We toetsten de gegevens van Joe’s  militair dossier en vergeleken die met de cantonnementen van de TAG (Travailleurs Auxiliaires au Génie), de compagnie waar Joe als oudere soldaat en vader werd ingedeeld.

Het dossier is relatief summier wat transfers en bewegingen betreft maar toch bleek het interessant om het nog eens in te kijken, aangezien we nog een onzorgvuldigheidje konden rechtzetten…

– Joe wordt op 1 augustus ’14 gemobiliseerd. We komen later nog terug op de periode van mobilisatie tot zijn aankomst in Calais, aangezien we er dankzij enkele brieven gedetailleerd kunnen op in gaan. Bovendien is het een van de meest interessante en intensieve periodes van WO1: de bewegingsoorlog. Volgens zijn militair zakboekje is hij ingedeeld in de 2e Divisie, het 7de linieregiment / Bat 6 / comp. 4.

– Op 21 oktober ’14 staat er: ‘transféré dans le Calaisis‘ – de streek van Calais. In het dossier lezen we dat hij ‘étant atteint d’arthrite’ is. Ook op deze periode komen we later terug, ook hierover is meer informatie terug te vinden in de briefwisseling.

Uit de studie van dr. Luc Vandeweyer komen we te weten dat hij, als deel van de 7de Linie ‘de Forteresse’ de aftocht uit Antwerpen mee maakt. Het 7de landt uiteindelijk in de streek rond Nieuwpoort om daar een van de belangrijkste veldslagen in die begindagen van de oorlog te voeren: de slag om Sint Joris, (14/10-5/11) waar de Duitsers uiteindelijk verhinderd worden verder de IJzervlakte in te trekken. Indien Joe al op 21/10/14 in Calais is, zou hij slechts enkele dagen van die slag hebben meegemaakt. In het Legermuseum vind je ook een geschiedenis van het 7de Regiment, waarin te lezen staat dat eens de aftocht in Antwerpen is geblazen, ze op 11 oktober in Eeklo de trein richting Veurne nemen, via Brugge en Diksmuide. Uit ‘Brugge tijdens de grote oorlog’ (van J.L. Roba en R.Lampaert) weten we ook dat het 7de de nacht van 12 op 13 oktober in Brugge, in de kazerne in de Langestraat overnacht. We hebben er het raden naar of Joe daar bij was en of hij ook thuis in St. Michiels of in het ouderlijk huis aan de Vrijdagsmarkt is gepasseerd. Wel weten we uit de briefwisseling dat hij in Oostende is ontscheept naar Calais. Hij heeft daar vier dagen over gedaan, op een (vissers)boot met een bullebak van een Engelse militaire kapitein. Als Brugge op 14/10 valt en er vanuit Oostende massaal gevlucht wordt over zee, is dat waarschijnlijk het moment dat Joe daar inscheept. Wat dus zou kunnen doen besluiten dat hij zelfs nooit met het 7de tot in Veurne of Ramskappelle is geraakt en hij ook niet bij de slag om Sint Joris was, maar rechtstreeks vanuit Brugge naar Oostende is gegaan. Dat hij pas op 21/10 ingeschreven is in ‘le Calaisis’ kunnen we enkel verklaren door de hectische omstandigheden die er  toen ongetwijfeld was in Calais.

Monument van het 7de Linie regiment in St. Joris, Nieuwpoort

– Op 17/11/14 wordt Joe ingedeeld bij de 4de compagnie TAG. In tegenstelling tot eerder onderzoek dus niet de 45ste TAG! Dit  voortschrijdend inzicht is perfect logisch te verklaren: De copie van het dossier die ook wij mochten ontvangen is van danig slechte kwaliteit dat het ‘4e’ makkelijk als 45 wordt gelezen, maar als je het oorspronkelijke document ter hand neemt en vergelijkt met de lijnen eronder – het ’55e‘ – dan kan je niets anders concluderen. We constateren dat het gaat om een correctie, zoals er nog zijn in het tijdsverloop op dit document. Mits wat ‘fotoshoppen’ zijn de contrasten opgetrokken en je merkt overduidelijk de latere correcties in donkerder inkt.

Tot nu toe hadden we altijd weet van de ’55ste Cie TAG’ zoals het ook op zijn tekeningen en amulet vermeld staat. Deze periode in het 4de overspant echter verschillende locaties: in Calais tot 29/12/14, daarna in St. Malo tot 23/02/15 om uiteindelijk op 15/8/15 ingedeeld te worden in het 55ste. We merken dat ook die laatste datum is gecorrigeerd, van 10 naar 8 en die lijn er waarschijnlijk naderhand is aan toegevoegd. Het document is opgesteld op 20 maart 1922. Het zal ook toen al niet evident geweest zijn om correcte informatie te vinden, al zeker niet omdat de soldaat in kwestie was overleden. Het is een document dat werd opgesteld om uit te rekenen hoeveel ‘frontstrepen’ er werden toegekend: het meetinstrument dat gebruikt werd om de tijd aan het front te bepalen. Die frontstrepen bepalen de financiele vergoedingen voor de oudstrijder of de nabestaanden als oorlogspensioen.

Archief: Militair Dossier van Joe English in het Legermuseum, aanvraag bij het Strijdersfonds – Bron: Legermuseum

In het militair dossier vinden we namelijk ook een document van het strijdersfonds, waarbij zijn weduwe, Elisa Goedemé haar aanvraag voor dat pensioen op 28 juni ’22 bij de gemeente St Michiels indient en waar zij aangeeft nog geen enkele financiele vergoeding te hebben ontvangen.

Maar belangrijk om te weten te komen waar Joe na zijn terugkeer uit St. Malo verblijft, is dat hij in het 4de is ingelijfd op 23/02/15. Die compagnie is op dat moment in Veurne te situeren, al kunnen we enkel afgaan op een document van 2 september 15. Dr. Vandeweyer spreekt van een gelijkaardige lijst gedateerd op 27 juni 15 die Joe dus in het 45ste in Reningelst zou localiseren. Maar er zijn verder geen sporen die dat kunnen bevestigen. Aangezien hij in augustus 15 al in het 55ste wordt ingedeeld kunnen we er van uit gaan dat hij in het tweede ‘groupement’ in Oostvleteren verblijft.

Archief: Militair Dossier van Joe English in het Legermuseum, overzicht van de verschillende Cies TAG – Bron: Legermuseum

– Op 23 november 15 wordt Joe alweer ergens anders ingelijfd: terug naar het vierde – en dit keer staat het er letterlijk bij – ‘à Furnes’: de datum waarbij hij bij Frans Daels in Veurne wordt geëngageerd als assistent in het gasmaskeratelier. Hij krijgt hier een onderkomen in het Bisschoppelijk college van Veurne, waar hij uiteindelijk de rest van zijn oorlogstijd zal verblijven.

– Pas op 15 juli 17 zal hij verkast worden, de reden daartoe is niet helemaal duidelijk. Hij wordt in de 19de TAG ingelijfd, die volgens de lijst van 23 juni ’17 in De Panne en Adinkerke gelocaliseerd is. Hij zou daar als apotheek-assistent aan de slag geweest zijn. Het is raden naar de reden: is Veurne te gevaarlijk geworden en is hij als gasmasker-assistent ietwat onderlegd geworden om ook als apotheker assistent te fungeren? Een andere factor om mee rekening te houden is dat het inlijven in de compagnies ook een puur praktische kant heeft: het wil zeggen dat hij op die plek recht heeft om voor het eten (en andere voorzieningen) aan te schuiven.

Archief: Militair Dossier van Joe English in het Legermuseum, overzicht van de verschillende Cies TAG – Bron: Legermuseum

We weten dat hij op dat moment al de aanvraag heeft ingediend om deel uit te maken van de Section Artistique. Hij had samen met Samuel De Vriendt, in het voorjaar van 1917, de vraag ingediend. Dankzij voorspraak van Elisabeth Belpaire bij Koning Albert I is hij uiteindelijk in die groep opgenomen, maar het heeft tot na zijn verlof in september 1917 geduurd eer hij daar een antwoord op kreeg. Het onderzoek hiernaar werd door Piet De Baere gevoerd en vrijgegeven in drie nieuwsbrieven: Joe en de Section Aristique Deel1 – Deel2 – Deel3

– Op 24 februari 1918 wordt Joe voor een laatste keer overgeplaatst naar de CSFO à Furnes, de Compagnie des Subsistants de Flandre Occidentale. Het is die datum die er tot nu toe voor heeft gezorgd dat zijn toetreding tot de Section Artistique pas in 1918 wordt gesitueerd. Door het recente onderzoek mogen we aannemen dat die beslissing vroeger valt, maar we weten ook dat hij, zonder opgelegde taak in De Panne, verkiest om terug naar Veurne te trekken. Zou deze verkassing te maken hebben met een eenvoudig administratief aanpassen naar een feitelijke situatie?

– Het laatste lijntje in zijn dossier vermeld zijn overlijden, op 31 augustus 1918 in het hospitaal Ocean II in Vinkem. Ook hier met een correctie die we ook elders terugvinden: op 30 augustus wordt hij ingeschreven in het ziekenhuis maar pas op 31 augustus wordt het overlijden geregistreerd bij de gemeente.

VTB-VAB herdenkingsmonument voor Joe English op de locatie van het OceanII hospitaal, Vinkem

Nog een leuke uitsmijter: het militair dossier is in het verleden soms onvindbaar geweest in het legermuseum… de reden? Een simpele schrijffout. Joe was al zo ‘vervlaamst’ dat zijn naam met ‘sch’ op het dossier is vermeld.