Omdat het fysiek te hard was om hele dagen te stappen en tegelijk met foto’s te nemen, moet ik even bijstellen: in kortere etappes en dag per dag zet ik de tocht verder. Het NGI tipt me de website Cartesius.be aan: daar kan ik de oude kaarten van 1911 opvragen om zo de vergelijking te maken tussen het heden en het verleden. De route kan zo heel secuur uitgestippeld worden en ik krijg bovendien inzicht in de spoorwegen. Het leert me dat het 7de linieregiment eigenlijk vanaf Sint Gillis Waas langs een spoorlijn trokken die hen veel sneller had kunnen doen vluchten. Er zullen waarschijnlijk geen treinen geweest zijn…

Dag 4: Zelzate naar Bassevelde.

Ik vertrek waar ik vorige keer strandde: Zelzate. Daar heeft het regiment de nacht van 9 op 10 oktober gebivakkeerd. Zelzate moet er toen helemaal anders uitgezien hebben. Het oude kanaal Gent Terneuzen splitst er zodat er een eilandje middenin de stroom lag. Die waterlopen zijn nu gedempt. De oostelijke tak vormt nu de markt en de westelijke, breedste tak is nu een open plein waar behalve een busstation niet echt iets te beleven valt. Er was in 1911 op de linkeroever nog een treinstation maar dat heeft plaatsgemaakt voor het nieuwe kanaal Gent-Terneuzen. Als ik op de brug over dat kanaal afstap gaat die uiteraard net open. Er glijdt een mastodont uit Monrovia langs. Ik daal een trap af naar een wijkje dat geprangd zit tussen kanaal, industrie en brug. Boven de kleine huisjes torenen de openstaande brugdelen uit.

 

Als het verkeer weer op gang is getrokken steek ik het kanaal over. Nog 100m op de grote steenweg en dan afslaan aan De Katte, een oude wijk met een eigen dynamiek. Ze zijn de kermis voor het weekend aan’t opzetten. Bij gebrek aan dorpskern wordt de weg voor de helft ingenomen en mag het verkeer beurtelings langs de blinde achterkanten van de kermiskramen schuiven. Eens voorbij de kermis is er enkel nog een steenweg met lintbebouwing tot in Assenede. Ik snijd een hoek af langs een landweg, die op het einde een priveweg blijkt te zijn: ik moet me langs het elektrisch hek wringen om terug op de openbare weg te komen.

In Assenede kan ik bij een fotograaf annex sandwichbar halt te houden. We praten al snel fotografische ditjes en datjes. Hans zet me op weg naar Bassevelde langs de oude spoorwegbedding. Hij zal me achteraf ook nog naar de heemkundige kring van Assenede verwijzen, waar ze een interessant dagboek van 14-18 hebben uitgegeven.

Langs de oude spoorweg komt er veel volk langs, vooral fietsers van middelbare leeftijd. De opmerkelijkste is een midden-afrikaanse man in fluo hesje op zijn gepimpte rollator. Hij slaat met iedereen een praatje in een Nederlands dat hij nog niet heel lang onder de knie heeft. Je hoort hem van ver grappen en grollen en iedereen schijnt hem te kennen. Direct duiken er ‘foute film’-scenario’s in me op: de vacature van dorpsgek was vrij maar iedereen bedankte met minachting voor de job en uiteindelijk heeft een van de nieuwkomers zich op de job gestort (of zoiets…)

Tegen de tijd dat ik in Bassevelde aankom is de lucht grijs getrokken en zwanger van de regen. Het dorp ademt nog een oude sfeer: een met dikke bomen omzoomde kasseiweg, een dorpsplein voor de kerk met een muziekkiosk tegenover een monument voor de gesneuvelden. Op twee hangjongeren en enkele slenterende ouden van dagen na is het er leeg en verlaten. Het dorp slaapt en het licht is plat. Ik neem de bus terug naar mijn startpunt.

Dag 5 Bassevelde – Adegem

Terug in Bassevelde kom ik eerst langs een magnifieke oude villa in Engelse cottage stijl. De notarissen van het dorp resideren er waarschijnlijk al enkele generaties. Net buiten het dorp merk je hoe de straat vroeger met de beek mee kronkelde maar nu strak recht getrokken is voor het verkeer: links en rechts meanderen overgebleven stukken kasseiweg waarlangs de huizen zijn opgetrokken. Die oude stukken functioneren nu als buffer tegen het zware verkeer op de weg: kinderen kunnen er spelen en er zijn zelf moestuinen opgetrokken tussen de oude en de nieuwe weg. Om de meest historisch accurate weg richting Eeklo te nemen komen de oude kaarten van pas: aan het einde van de Beekstraat moet ik de E34 weer oversteken. Ik ben er sinds Kruisstraat ten noorden van gebleven, maar de verkeersslagader is wel permanent in het vizier geweest op mijn weg. Voorbij het kruispunt merk ik dat de nieuwe weg vlak naast de oude is aangelegd. Een met bomen afgezoomde smalle strook gras volgt de weg over enkele honderden meter, tot aan de afspanning ‘de Pollepel’, waarschijnlijk al veel langer dan 100 jaar de stopplaats waar je afslaat naar Eeklo.

Na enkele kilometers op de steenweg sla ik af om de oude route van de weg te volgen. De kerk van Eeklo torent boven een rechte weg die almaar nauwer wordt. Een bizarre stad die geschiedenis ademt: veel gevels getuigen nog van een ‘belle epoque’-grandeur, neogotische gebouwen rond de markt, maar de N9 is een dominante winkel en auto-boulevard die dat fijnmazig netwerk van smalle straatjes doorklieft. Ik steek er over en stap naar het voormalig klooster Onze Lieve Vrouw ten Doorn, nu een school: hier was Joe’s zus Marguerite op internaat bij de zusters van Liefde, ze zou er in december 1914 intreden als novice. We hebben geen idee of ze elkaar hier op dat moment hebben gezien, weinig waarschijnlijk gezien de situatie. Maar vanaf hier komt Joe op vertrouwd terrein en kent hij de weg. Waar in het verslag van zijn regiment staat dat ze in Eeklo de trein via Brugge en Diksmuide naar Veurne nemen op 11 oktober 1914, weten we dat Joe in de nacht van 11 op 12 oktober nog in Adegem verbleef.

OLV ten Doorn

Ik stap door langs de N9 maar sla al snel af langs de oude route, richting Balgerhoeke. Aan het sas net voorbij de dorpskerk stak men vroeger het afwateringskanaal over, net als de spoorlijn naar Brugge. Het zijn een cruciale bruggen: monumenten voor WO1 (met heldenhuldezerk) en WO2 (een tank) herinneren er aan de gevechten die er om de strategische plek zijn gevoerd. Ook voor de familie is het een ‘Lieu de Mémoire’: Joe’s vader Henri wou in juni 1918 zijn dochter in Eeklo opzoeken. Hij was te voet vanuit Brugge naar Adegem gestapt en had daar de nacht doorgebracht bij de familie De Baets. ’s Morgens wou hij via de Kleine Moerwege de brug bereiken, eigenlijk een omweggetje om controles te ontlopen, maar hij is ter hoogte van nr 68, op nog geen honderd meter van de brug, in elkaar gezakt en aan een hartaanval overleden. Henri werd in Adegem begraven.

Ik steek de oude ophaalbrug over en trek verder naar Adegem. Langs de Oude Staatsbaan staat nog een huisje uit 1910 te pronken. Op het einde van de weg steek ik de N9 weer over en stap de kerkstraat in. Hier woonde Edmond De Baets, drukker en uitgever, vriend van de familie: Vader Carel Louis De Baets was hovenier in het Engels Klooster in Brugge geweest en Edmond was er in 1881 geboren. (De familie De Baets uit Adegem heeft een heel uitgebreide genealogische website.) Ze kennen elkaar dus al van jongsaf en het zal geen probleem geweest zijn dat Joe daar kwam aankloppen. Joe overnacht er met twee collega’s en ze laten een bedankingsbriefje achter die de familie al die tijd bewaarde en aan ons archief schonk.

Voorbij dit punt is het moeilijk uit te vissen hoe het is verlopen: volgens het verslag van het regiment  zitten ze dan al in Veurne, Luc Schepens werkstuk over Brugge tijdens WO1 vermeldt een overnachting in de kazerne van de Langestraat in Brugge, net voor de stad in handen van de Duitsers valt op 14 oktober. Luc Vandeweyer geeft aan dat het 7e de forteresse met zijn oudere klassen militairen die nog uit het lotelingen systeem stammen een heel andere dynamiek had dan de jongere en strijdvaardigere dienstplichtigen van de 7de en 27ste linieregiment. Het was waarschijnlijk zelfs niet de bedoeling dat het forteresse-regiment mee terugtrekt en velen steken de Nederlandse grens over om in veiligheid te geraken. Joe zal dus wel dezelfde weg afgelegd hebben maar eerder als de ongeorganiseerde achterhoede die in Adegem of Maldegem op een trein naar Brugge geraakt zijn, om uiteindelijk in Oostende in te schepen naar Calais.

Mijn wandeltocht eindigt dan ook hier, maar ik rep mij nog even naar de zee, via de oude steenwegen…